Intro
Is het mogelijk om met een tuin half zo groot als de gemiddelde volkstuin een heel jaar lang in je eigen eten te voorzien? De Engelse Huw Richards streeft er naar het verbouwen van je eigen voedsel zo toegankelijk mogelijk te maken voor zoveel mogelijk mensen. Samen met voormalig chef Sam Cooper laten de twee auteurs in De zelfvoorzienende tuin zien dat het kan. Sam nam het hoofdstuk Keuken voor zijn rekening. De rest van het moestuinboek komt van Huw.
De aanleg
Op basis van zijn eigen ervaringen schreef Huw een gedetailleerd praktisch plan om zoveel mogelijk groenten, fruit en kruiden te oogsten op een natuurlijke manier. Het begint allemaal met een aantal basisprincipes; kosten, tijd, voeding en het advies om het stapsgewijs aan te pakken.
In Engeland – net als in Nederland- kun je niet zonder een aantal overdekte kweekbedden als je het moestuin seizoen wil verlengen. Huw laat zien hoe je een kweektunnel maakt die op een verhoogd bed past. Of misschien wil je wel een ouderwets broeibed bouwen. Een grotere investering is een tunnelkas die je jaarrond gebruikt. In de lente om je zaailingen op te kweken en in de winter voor sla. Zeker zo belangrijk is het zwarte goud: compost. Ook die maak je zelf.
Zaaien en kweken
Het hart van De zelfvoorzienende tuin vormt het zaai- en kweekschema per maand. Elke maand bevat een plattegrond van de 125 m2 tuin met wat er waar gezaaid en geplant moet worden. Het seizoen begint in maart (nadat je in de maanden daarvoor alles hebt gebouwd en opgezet) en eindigt met drie maanden winter. De oogstlijst van het eerste jaar is indrukwekkend. Door teelt elkaar op te laten volgen maakt Huw maximaal gebruik van de ruimte. Net als verticaal tuinieren (aardbeien in een hangmand of flespompoen op een rek). Door hem maand na maand te volgen leer je niet alleen veel -het boek staat bomvol info- maar is de kans op succes groot (voor zover de weergoden met ons meewerken).
De keuken in
Na 150 pagina’s tuin volgt een hoofdstuk van Sam. Want met zoveel oogst zul je niet alles in een keer kunnen opeten. En je wilt juist een en ander conserveren voor de schrale maanden waarin er weinig groeit. Verrassend genoeg begint Sam met een uitleg over smaken. Wat combineert goed en wat zorgt voor balans. Met een smaaktabel én indeling in A,B,C groenten kun je de lekkerste combi’s maken. Neem 1 of 2 groenten met een A, voeg er 1 of 2 groenten met een B in kleinere hoeveelheden aan toe en maak het af met een C. Bijvoorbeeld rode biet met prei en daslook.
Salades en soepen zijn de vriend van iedere moestuinier. Hiermee kun je naar gelang de oogst en bereidingstechniek (inleggen, roken, blancheren) de lekkerste mixen maken. Sam geeft wel wat basisrecepten maar doet ook handreikingen om zelf samen te stellen. Curry is nog zo’n dankbaar gerecht om verschillende groenten uit de tuin in te verwerken. Je krijgt verschillende recepten voor kruidenmixen om zelf je curry te aromatiseren. Voor pies en hartige taarten geldt hetzelfde; met een basisdeeg en diverse groenten maak je steeds iets anders. En wat dacht je van traybakes? Ook daar kun je alle kanten mee op.
Overvloedige oogst kun je op verschillende manieren conserveren. Sam laat zien hoe je bijvoorbeeld chutney, pickles en jam bereidt. Drogen of fermenteren zijn andere conserveringstechnieken die aan bod komen. Tot slot volgt nog een tabel met ingrediënten die je in het wild kunt plukken.
Tot slot
De zelfvoorzienende tuin is vooral gericht op de werkzaamheden in de tuin met als kleine waardevolle aanvulling het hoofdstuk over verwerking van de keuken. Het boek vormt een fantastisch duo met De inmaaktuin van Jo Turner.
De zelfvoorzienende tuin – Huw Richards en Sam Cooper – uitgever Good Cook – ISBN9789461433367 – €24,50