Het boek Africola van Duncan Welgemoed en James Brown las ik in één ruk uit. En toen was ik een klein beetje moe. Ik had het gevoel dat ik net een rit in een hele spannende achtbaan achter de rug had. Dus even rustig blijven zitten en bijkomen van alles wat net over je heen gekomen is. Africola is de naam van het Australische restaurant van Duncan en James. Duncan is geboren en getogen in Zuid-Afrika en introduceert deze keuken in zijn zeer succesvolle zaak. De gerechten die in Africola op tafel komen zijn vrijwel allemaal, en ik citeer hier even het persbericht: ‘onverschrokken, onalledaags, buitengewoon smaakvol en spannend’. Dat is geen woord te veel gezegd.

Buiten de recepten om is er de van de pagina’s spattende fotografie. En om het nog completer te maken zijn er de teksten van Duncan.  Duncan is een humoristische schrijver met een heel serieuze ondertoon. Hij is stoer  in zijn taalgebruik en houdt niet altijd rekening met de gevoelens van anderen. Zo krijgen een aantal beroemde koks (tv-koks etc.) een paar draaien om de oren die niet mis zijn. Maar hij onderbouwt het goed, dat moet gezegd. Je weet niet altijd waar je aan toe bent met Duncan. De vlees- en visgerechten zijn om van te watertanden. En dan ineens volgt er een verhaal waarom hij veganistisch is geworden. Of is hij parttime veganistisch? De laatste zin van het verhaal lijkt daar wel op te wijzen.

Het dolste is het voorwoord van Marco Pierre White (Britse chefkok en tv persoonlijkheid). Het is een feit dat Duncan Welgemoed o.a. heeft samengewerkt met Heston Blumenthal en Gordon Ramsay. Maar om hem nou in één keuken te zetten met Keith Floyd, Anthony Bourdain, Delia Smith, Alain Ducasse, Michel en Albert Roux en Bocuse gaat een beetje over de top. Ik ben nieuwsgierig naar de eerste recensie die dit voorwoord klakkeloos overneemt. Het is een grap! In het tweede hoofdstuk doet Duncan zelf zijn levensverhaal en dat is overigens niet minder spannend maar de bekende chefs komen niet meer op het toneel.

Laten we koken! We gaan naar de recepten kijken. Het eerste hoofdstuk is Slaughterhouse Braai. Vlees dus. Groot en stoer vlees maar ook een simpele gegrilde schouderkarbonade in een fijne marinade. We maken zelf worsten en niet alleen in varkensdarmen maar ook in een leeg soepblik! Veel varkensvlees maar ook kangoeroe. De frikadeller zijn kleine platgedrukte gehaktballetjes met een heleboel specerijen erdoor. Zien er heerlijk uit. Vaak zijn de recepten, alhoewel bijzonder en origineel, vrij simpel te maken. Af en toe is het wat bewerkelijker. Zoals de spaghetti met vleessaus die Duncan maakt voor het personeel van Africola. Maar liefst 20 ingrediënten worden er gebruikt. Het valt op dat er een behoorlijk aantal Aziatische ingrediënten gebruikt worden in zijn recepten. En ja, je komt weleens iets tegen dat hier niet of niet makkelijk verkrijgbaar is. Een beetje creatieve kok kan daar zelf wel een alternatief voor bedenken. In het recept voor luxe leverpaté wordt de vorm bekleed met huishoudfolie of vershoudfolie. De paté gaat op 150 graden in de oven. Nu is dit soort folie bij ons plastic maar kan dat wel bij 150 graden in de oven? Neem maar bakpapier zou ik zeggen.

De visrecepten worden al wat verfijnder. Pipis (kun je vervangen door mosselen) in hete saus gaan we zeker een keer maken. Ingelegde mosselen en venusschelpen kan niet anders dan een succes zijn bij de borrel. We maken zelf chardonnay-rolmopsen van verse haring. Maar dan gaan we door naar het hoofdstuk De G van groente. Driekwart van de gerechten in restaurant Africola bestaat uit groente en dat is te zien. De creativiteit kent hier geen grenzen. Een hele geroosterde bloemkool met agrodolce (zoet/zure saus) van vijgen, pistache en tahinsaus. Heel makkelijk is de salade van geplette komkommer met geroosterde chiliolie. Overigens wordt er niets geroosterd in dit recept. Pastinaak en karnemelk met veel specerijen waaronder biryani (Indiase kruiden). Schrik daar niet van. Ze zijn online makkelijk verkrijgbaar.

Ik kan wel aan de gang blijven maar dat doe ik niet. We krijgen nog een hoofdstuk met zuren, gefermenteerde bijgerechten en smaakmakers. Vervolgens gaat we brood bakken in alle soorten en maten. James Brown heeft zijn eigen hoofdstuk met condimenten (zuren, sauzen, marinades etc) en die pagina’s hebben weer een heel ander lettertype en felle kleuren met daarin weer gekleurde kaders. Vervolgens storten we ons op de meest verrukkelijke desserts om te eindigen met een hilarisch hoofdstuk van een serveerster (Duncan noemt haar de bedrijfstovenaar) over hoe het is om serveerster te zijn en 12 tips om thuis een restaurantsfeer te creëren. Dat je die tips beter niet serieus kunt nemen zie je vanzelf wel. Dan nog als echte afsluiting een paar cocktails en een uitgebreid register op ingrediënt.

Het is onmogelijk om over een boek als Africola een korte recensie te schrijven. Er komt zoveel voorbij dat het bijna niet in één keer te bevatten is. Je houdt van het boek of het is niets voor jou. Ik denk het eerste want echt iedereen haalt wel een aantal bijzondere dingen uit Africola. Of juist gewoon heel simpele. Genieten!

Africola | Duncan Welgemoed – James Brown
Fontaine Uitgevers | €29,99
ISBN 9789464040074
Vertaling: Ingrid Hadders/Vitataal